VNG: betaalbaarheid van gasloze wijk blijft heikel punt

Dit artikel heeft een betaald toegangsblok, wat betekent dat je een deel van de inhoud pas kunt lezen als je bent ingelogd en een geldig abonnement hebt.
De betaalbaarheid is nog niet goed genoeg geregeld om wijken aan te wijzen waar de aardgaslevering stopt, waarschuwt de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Het ontwerpbesluit met de regels voor de aanwijsbevoegdheid ligt bij de Tweede Kamer.

Eind vorig jaar stemde de Eerste Kamer in met de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw), waarmee gemeenten de bevoegdheid krijgen om wijken aan te wijzen waar de aardgaslevering op termijn stopt. Maar die wet is nog niet van kracht, omdat veel regels en voorwaarden nog moesten worden uitgewerkt in een bijbehorend Besluit gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Bgiw).
Begin juli heeft demissionair minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, BBB), na overleg met koepelorganisaties, de sector en burgers, het ontwerpbesluit naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd. Het ontwerpbesluit was op een aantal punten aangepast, maar VNG maakt zich nog altijd zorgen over de invoering. Het heikelste punt blijft de betaalbaarheid van de overstap voor huishoudens.
Dat blijkt uit een brief die de koepelorganisatie naar de Tweede Kamerleden heeft gestuurd. De VNG heeft ruim honderd gemeenteambtenaren en wethouders in evenzoveel gemeenten bevraagd over het Ontwerpbesluit. In de brief doet VNG verslag van hun vragen en suggereert vragen die de Kamerleden aan de minister kunnen stellen tijdens het schriftelijk overleg.
Zo staat in het Ontwerpbesluit dat de betaalbaarheid gegarandeerd moet zijn voor 70% van de bewoners van een wijk waar de aardgaslevering stopt. Dat betekent dat zij investeringen binnen dertig jaar terugverdienen. Het Ontwerpbesluit sluit daarmee aan bij de regel dat een woningcorporatie een grootschalige renovatie mag inzetten als 70% van de bewoners daarmee instemt.
Maar de VNG maakt zich zorgen over die 30% waarvoor dat niet gegarandeerd hoeft te zijn, en vreest dat juist in die groep veel kwetsbare huishoudens zitten. Gemeenten hebben, aldus VNG, onvoldoende in beeld waar die kwetsbare huishoudens precies zitten. Daar komt nog bij dat de gemeenten de betaalbaarheid over dertig jaar moeten bezien, terwijl subsidieregelingen een veel kortere loopduur kennen. Dat maakt dat de betaalbaarheid in de ogen van VNG nog lang niet afdoende geregeld is.
Niet alleen over kwetsbare huishoudens ontbreekt het aan informatie, volgens VNG. Ook missen gegevens over bedrijven en industrie die in of nabij wijken liggen. Het is daardoor lastig om in te schatten hoe daar het best mee kan worden omgegaan. VNG meent dat er een grondslag zou moeten komen voor gemeenten om die data, zoals energieverbruiksdata, te verzamelen.
De gemeenten maken zich volgens de koepelorganisatie ook zorgen over de korte tijd (namelijk: zes maanden) tussen het inwerkingtreden van de wet en het vaststellen van de verplichte warmteprogramma’s. De gemeente kan de aanwijsbevoegdheid alleen inzetten mits dat ook in het warmteprogramma zo is opgenomen. Gemeenten zouden dus graag minstens een jaar tussen de komst van de wet en het vaststellen van de warmteprogramma’s hebben.
Eind vorige week sloot de inbreng van vragen voor het schriftelijk overleg. Uit de gestelde vragen blijkt dat de Kamerleden de boodschap van de VNG hebben gehoord. Zo kwamen de PVV, GroenLinks-PvdA, NSC en SP allemaal terug op het punt van de 30% huishoudens voor wie de betaalbaarheid niet binnen de genoemde dertig jaar valt. De SP verwees daarbij naar wetswijzigingen die de Tweede Kamer had aangebracht om juist specifiek op de meest kwetsbare 5% te letten. Ook de onzekerheid rondom subsidies kwam bij meerdere partijen terug.
GroenLinks-PvdA kwam terug op het loslaten van het gelijkwaardigheidsprincipe. Oorspronkelijk moest een alternatief voor de warmte-optie die de gemeente voorstelt qua duurzaamheid minimaal gelijkwaardig zijn. Die eis is losgelaten, omdat het volgens demissionair minister Keijzer ondoenlijk was om voor elke individuele oplossing de duurzaamheid door te gaan lichten. Maar GL-PvdA zou die waarborgen graag terugzien.
Het kan enkele weken duren voor het ministerie antwoord op de vragen geeft.
energeia