Selecteer taal

Dutch

Down Icon

Selecteer land

Germany

Down Icon

Dena: Versnel betaalbare stadsverwarming

Dena: Versnel betaalbare stadsverwarming

Het officiële jubileum is pas op 24 oktober, aldus Corinna Enders, voorzitter van de raad van bestuur van het Duitse Energieagentschap (Dena). Het agentschap wilde echter niet zo lang wachten en verwelkomde al talloze gasten, medewerkers, collega's en mensen uit de politiek en het bedrijfsleven op de binnenplaats van het Energy Lab om te toosten op Dena's mijlpaaljubileum. Enders blikte terug op haar eigen start bij het agentschap twee jaar geleden: "Het begon allemaal met de cyberaanval. Dena raakte verlamd. Het kostte ons maanden om goed gepositioneerd te raken. Tegelijkertijd deed het Bundesverfassungsgericht uitspraak over het Klimaat- en Transformatiefonds, met alle gevolgen van dien voor de financiering van klimaatbeschermingsmaatregelen. En ondanks alles hebben we in 2024 een zeer succesvol jaar gehad en nu: we hebben geweldige nieuwe projecten gelanceerd, nieuwe opdrachten binnengehaald en zijn in die tijd gegroeid naar bijna 700 medewerkers." Er is een enorme expertise opgebouwd.

Lees hier meer over de Dena-distributienetwerkstudie

Dit geldt ook voor de warmtetransitie: Dena heeft zojuist een analyse afgerond over de uitbreiding van stadsverwarming voor een klimaatneutrale warmtevoorziening in Duitsland, met de nadruk op de noodzaak van een hervorming van de bestaande prijsregulering. Deze analyse belicht de grote uitdagingen die ons op dit gebied te wachten staan.

Lees ook de actuele eisen voor de warmtetransitie.

Stadsverwarming, goed voor ongeveer 15 procent van het totale verwarmingssysteem in Duitsland, staat op de derde plaats na gas- en oliegestookte verwarmingssystemen. Momenteel leveren ongeveer 4.000 stadsverwarmingsnetwerken met een totale lengte van 35.000 km warmte aan de industrie, de handel en huishoudens. Prognoses geven aan dat het aantal huishoudens dat op stadsverwarming is aangesloten tegen 2045 zal moeten verdrievoudigen om een klimaatneutrale warmtevoorziening in dichtbevolkte gebieden te garanderen.

Bouwsector loopt achter op doelstellingen CO2-reductie

De Federale Klimaatbeschermingswet (KSG) voorziet in een reductie in de bouwsector van 118 miljoen ton CO₂-equivalenten in 2020 naar 67 miljoen ton in 2030 – een reductie van ongeveer 43 procent. Tussen 2001 en 2021 daalde de CO₂-uitstoot door verwarming in particuliere huishoudens echter slechts met 12 procent.

Hoe kunnen burgers betrokken worden bij gemeentelijke warmteplanning?

De Warmteplanwet (WPG) is in 2024 in werking getreden. Afhankelijk van hun omvang moeten gemeenten uiterlijk in de zomer van 2026 of zomer van 2028 een gemeentelijke warmteplanning invoeren. Artikel 29 van de WPG bepaalt dat stadsverwarmingsnetten vanaf 1 januari 2030 voor ten minste 30 procent uit hernieuwbare energie of onvermijdelijke restwarmte moeten bestaan, en vanaf 1 januari 2040 zelfs voor 80 procent. In 2030 moet een landelijk gemiddelde van 50 procent worden bereikt. De uitvoering wordt bemoeilijkt door hoge investeringskosten, langdurige vergunningsprocedures, een gebrek aan risicobeheersing voor geothermische energie en een tekort aan vakmensen.

We willen u graag wijzen op het Dena-competentiecentrum voor de gemeentelijke warmtetransitie in Halle an der Saale. Hier ondersteunt Dena steden en gemeenten met expertise bij de ontwikkeling en implementatie van warmteconcepten en besteedt het ook aandacht aan de rol van digitalisering, bijvoorbeeld om verbruiksgegevens slimmer te gebruiken of netwerken efficiënter te beheren.

In het huidige regeerakkoord is de regering van plan om de Verordening algemene voorwaarden voor de levering van stadsverwarming (AVBFernwärmeV) en de Warmteleveringsverordening snel te herzien. De doelstellingen voor de uitbreiding en decarbonisatie van stadsverwarming zijn verankerd in de Warmteplanningswet en EU-richtlijnen. De AVBFernwärmeV reguleert sinds 1980 de levering van stadsverwarming in Duitsland en bevat bepalingen die de contractuele relatie tussen stadsverwarmingsleveranciers en -verbruikers regelen. De geplande wijziging is gericht op het versterken van de transparantie en consumentenbescherming en op het aanpassen van het wettelijk kader aan de huidige markteisen. Belangrijke wijzigingen zijn onder meer de uitbreiding van de informatieverplichtingen voor nutsbedrijven, de integratie van de eerdere bepalingen van de Verordening inzake de registratie en facturering van stadsverwarming of stadskoeling (FFVAV) in de AVBFernwärmeV en de invoering van op afstand uitleesbare meterinrichtingen. Verder moeten prijsaanpassingsclausules worden verduidelijkt en de looptijden van nieuwe en bestaande contracten worden beperkt.

Bevordering van stadsverwarmingsnetwerken

De uitbreiding van stadsverwarmingsnetten moet met publieke middelen worden ondersteund, aangezien de afschrijvings- en gebruiksperiodes de financieringsperiode ruimschoots overschrijden. Indien alle investeringskosten volledig zouden worden doorberekend aan de betreffende netafnemers, zou de warmtelevering voor een aanzienlijk deel van de particuliere en zakelijke klanten niet langer betaalbaar zijn. Daarom moet de bestaande prijsregulering van stadsverwarming verder worden ontwikkeld. Enerzijds moet de prijsregulering primair gebaseerd zijn op de kosten die stadsverwarmingsleveranciers maken voor investeringen, exploitatie en onderhoud van de warmtenetten. Anderzijds moet de transparantie worden vergroot.

Gerechtvaardigde consumentenbeschermingsbelangen en de bureaucratische lasten voor bedrijven moeten in evenwicht zijn. Een arbitrage- of toezichthoudende instantie zou hieraan een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Vanwege de verwachte hoge investeringen die nodig zijn, moeten nieuwe financieringsmogelijkheden voor de stadsverwarmingstransitie worden gevonden om maatschappelijk aanvaardbare stadsverwarmingsprijzen mogelijk te maken. Naast subsidies kunnen hierbij ook alternatieve financieringsmodellen worden betrokken.

Transparantie en nieuwe financieringsmodellen

Dena beveelt nu drie belangrijke punten aan voor de hervorming van de prijsregulering:

1. Prijsregulering zou gebaseerd moeten zijn op de werkelijke kosten van stadsverwarmingsleveranciers en voor meer transparantie moeten zorgen. Een arbitrage- of toezichthoudende instantie zou dit kunnen ondersteunen.

2. Publieke steun blijft noodzakelijk, omdat het volledig doorberekenen van de investeringskosten aan de consument de warmtelevering onbetaalbaar zou maken.

3. Alternatieve financieringsmodellen, zoals privaat kapitaal, moeten worden onderzocht om maatschappelijk aanvaardbare prijzen voor stadsverwarming te garanderen.

erneuerbareenergien

erneuerbareenergien

Vergelijkbaar nieuws

Alle nieuws
Animated ArrowAnimated ArrowAnimated Arrow