Noordelijke plantensoorten koloniseren het Noordpoolgebied en zouden het ontdooien van de permafrost kunnen versnellen.

Barcelona, 22 september (EFE).- Een wetenschappelijk onderzoek onder leiding van het Center for Ecological Research and Forestry Applications (CREAF) aan de Universiteit van Barcelona en de Universiteit van Edinburgh (Schotland, Groot-Brittannië) waarschuwt dat boreale planten het Noordpoolgebied koloniseren en het ontdooien van de permafrost zouden kunnen versnellen.
Deze studie, gepubliceerd in het tijdschrift Ecology Letters, waarschuwt dat plantensoorten die zowel in de laaggelegen toendra als in de boreale bossen kunnen leven, steeds populairder worden in het Noordpoolgebied.
Volgens de auteurs van het onderzoek "denken we dat planten niet bewegen, maar ze bewegen wel degelijk en kunnen een heel landschap veranderen."
De conclusies van het onderzoek stellen vast dat boreale soorten zich uitbreiden in het Noordpoolgebied, met name die welke voorheen in de toendra leefden. Dit proces staat bekend als borealisatie.
Eurazië en de Alpengebieden zijn de gebieden waar de grootste expansie plaatsvindt.Dit proces vindt vooral plaats in Eurazië en in de Alpen, waar de afstand tot het boreale bos korter is en de verspreiding van deze soorten daardoor gemakkelijker wordt.
Volgens onderzoekers kan de transformatie van het toendralandschap grote gevolgen hebben als deze trend zich voortzet. Zo kan het bijvoorbeeld de dooi van de permafrost versnellen of de migratie van kariboes verstoren.
Het zou ook gevolgen hebben voor inheemse gemeenschappen in het Noordpoolgebied, die op deze dieren jagen of ze laten grazen en bepaalde planten als voedsel gebruiken.
De soorten die zich het beste vestigen in het noordelijke deel van het land zijn grassen en struiken. Het wetenschappelijke team waarschuwt dat de uitbreiding van deze soorten gevolgen kan hebben voor het klimaat, de natuur en menselijke gemeenschappen.
Typische toendrakorstmossen vormen bijvoorbeeld het hoofdvoedsel van kariboes en rendieren.
Het probleem is dat de korstmossen zich in de schaduw van de struiken zouden kunnen terugtrekken. Als de hoeveelheid korstmossen afneemt, zou ook het voedsel voor deze dieren kunnen afnemen.
Dit vormt een bedreiging voor het levensonderhoud van inheemse gemeenschappen die afhankelijk zijn van de jacht en begrazing, en die zich ook voeden met een aantal typische toendraplanten.
Het klimaat kan ook beïnvloed worden door borealisatie.Het klimaat kan ook worden beïnvloed door borealisatie, aangezien struiken en andere houtachtige soorten zich uitbreiden en in de winter meer sneeuw vangen, zodat ze in de zomer de grond bedekken.
Hierdoor veranderen de temperaturen van de grond en kan het ontdooien van de permafrost worden versneld. Hierdoor kunnen grote hoeveelheden koolstof vrijkomen die al millennia in deze 'bevroren ijskast' vastzitten. Dit kan bijdragen aan de opwarming van de aarde.
Mariana García Criado, onderzoeker bij CREAF en de Universiteit van Edinburgh en eerste auteur van de studie, legt uit dat het wetenschappelijke team heeft bevestigd dat planten die oorspronkelijk voorkomen in het boreale bos en de overgang van boreaal naar toendra "zich uitbreiden in arctische gebieden, zij het met een verschillend tempo, afhankelijk van de regio."
De uitbreiding van de boreale vegetatie vindt ook het grootst plaats in de warmere en nattere gebieden van het Noordpoolgebied. Dit zijn omstandigheden die de vestiging van planten bevorderen.
Tot nu toe hebben ze geen direct verband kunnen vinden met de temperatuurstijging in de bestudeerde gebieden. Dit komt waarschijnlijk doordat de grootste temperatuurstijgingen plaatsvinden op hoge breedtegraden, waar boreale soorten moeilijker te bereiken zijn.
In het onderzoek werd ook geanalyseerd welke eigenschappen ervoor zorgen dat sommige planten zich succesvoller verspreiden dan andere. Daaruit bleek dat lagere boreale soorten zich in de toendra gemakkelijker verspreiden dan hogere.
Bovendien hebben grassen en struiken zich op meer percelen gevestigd dan kruidachtige soorten, dankzij adaptieve voordelen zoals het efficiënter vastleggen van voedingsstoffen uit de bodem.
Enkele voorbeelden van boreale soorten die een groot aantal percelen hebben bereikt, zijn het gras Carex bigelowii (Bigelowse beuk) en de struik Vaccinium vitis-idaea (veenbes).
Vier decennia van expeditiesOm het onderzoek uit te voeren, analyseerde het team gegevens van het internationale consortium ITEX (International Tundra Experiment), dat al veertig jaar lang informatie verzamelt van permanente waarnemingspercelen verspreid over het Noordpoolgebied.
In totaal werden meer dan 1.100 proefvelden en 287 plantensoorten onderzocht, die tussen 1981 en 2023 werden bemonsterd.
De volgende stap in dit onderzoek, aldus García Criado, zal zijn om de impact van het borealisatieproces op ecosystemen en inheemse gemeenschappen in het Noordpoolgebied te bestuderen.
Ook willen ze uitzoeken hoe de populaties korstmossen en mossen in de poolgebieden veranderen. "Dat is nog grotendeels onbekend", benadrukt dezelfde onderzoeker.
Het onderzoek werd geleid door de Universiteit van Edinburgh en CREAF, maar er doen ook meer dan 30 onderzoeksinstellingen wereldwijd aan mee. EFE
cs/pll/cc
efeverde