EU-rapport: Uitstoot broeikasgassen met 2,5% gedaald, hernieuwbare energiebronnen nemen toe in energiemix


De uitstoot neemt af, het aandeel hernieuwbare energie groeit en het energieverbruik daalt. Brussel pleit voor een versnelling van de investeringen om op koers te blijven richting klimaatdoelen.
De Europese Commissie publiceert, zoals elk jaar, het State of the Energy Union Report 2025 en het Climate Action Progress Report 2025. Deze documenten laten de voortgang zien die de EU heeft geboekt bij het bouwen van een schoner, concurrerender en onafhankelijker energiesysteem.
Op basis van de nationale energie- en klimaatplannen (NECP's) en de meest recente broeikasgasprognoses bevestigt de Commissie dat de EU vooruitgang blijft boeken in de richting van haar doelstellingen voor 2030. Deze doelstellingen zijn: het terugdringen van de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% ten opzichte van het niveau van 1990 en het realiseren van ten minste 42,5% hernieuwbare energie in de energiemix van de EU.
Tegenwoordig is het grootste deel van de elektriciteit die in de EU wordt opgewekt, afkomstig van schone energiebronnen, hoewel de voortgang per lidstaat verschilt. In 2024 werd ongeveer 77 GW aan nieuwe hernieuwbare capaciteit geïnstalleerd en is 47% van de Europese elektriciteit al afkomstig uit hernieuwbare bronnen . Het eindverbruik van energie daalt met 3% ten opzichte van 2022, voornamelijk gedreven door de woningbouw, gevolgd door de industrie en de dienstensector. Om de doelstellingen voor 2030 te halen, is echter een nog snellere inzet van hernieuwbare energie en een verbeterde energie-efficiëntie nodig.
De uitstoot van broeikasgassen blijft daarentegen dalen: voorlopige cijfers laten voor 2024 een daling van 2,5% zien ten opzichte van 2023 en een daling van 37,2% ten opzichte van 1990 (of 39% lager als alleen de nationale netto-uitstoot in aanmerking wordt genomen). In dezelfde periode groeide het Europese bbp met 71%, wat bevestigt dat economische groei niet langer gekoppeld is aan emissies.
De uitvoering van het Actieplan voor Betaalbare Energie en de Clean Industrial Deal verloopt volgens schema. "Deze initiatieven blijven cruciaal om de industrie en consumenten zowel op korte als op lange termijn te ontlasten", aldus een verklaring van de Europese Commissie. De gemiddelde energieprijzen in Europa blijven echter hoger dan die van grote wereldwijde concurrenten en verschillen aanzienlijk tussen de lidstaten. Dit beïnvloedt het concurrentievermogen van de Europese industrie. Om deze uitdaging aan te gaan, heeft de Commissie zeven belangrijke acties gelanceerd die gericht zijn op een snelle verlaging van de energieprijzen en een blijvende verlichting voor bedrijven en burgers. In deze context speelt de Europese Investeringsbank ( EIB ) een sleutelrol met haar programma van € 1,5 miljard om bankgaranties te verstrekken aan Europese fabrikanten van netcomponenten, evenals een proefproject van € 500 miljoen voor tegengaranties voor overeenkomsten voor de aankoop van schone energie.
Op de lange termijn zal een echte energie-unie, gebaseerd op binnenlands geproduceerde schone energie en een grotere energie-efficiëntie, volgens de EU-instelling de afhankelijkheid van de EU van de import van fossiele brandstoffen verder verminderen, de energieprijzen structureel verlagen en bijdragen aan het verwezenlijken van onze klimaatdoelen.
Dit wordt bevestigd door gegevens waaruit blijkt dat Europese consumenten tussen 2021 en 2023 100 miljard euro hebben bespaard dankzij elektriciteitsproductie door nieuwe fotovoltaïsche en windenergiecentrales . Bovendien leidde elke verbetering van 1% in energie-efficiëntie tot een vermindering van de gasimport met 2,6%.
Vanuit dit perspectief stelt de Commissie dat het komende decennium cruciaal zal zijn voor de voltooiing van de energie-unie en het bereiken van klimaatneutraliteit tegen 2050. Om deze transitie te ondersteunen, zijn er momenteel onderhandelingen gaande over een wijziging van de Europese klimaatwet, die een nieuwe doelstelling vaststelt van een vermindering van de broeikasgasemissies met 90% tegen 2040 ten opzichte van 1990. Na goedkeuring zal deze wet een maatstaf worden voor het beleidskader na 2030.
Ondanks de vooruitgang zijn er nog steeds verschillende uitdagingen om de doelstellingen te bereiken:
- grootschalige elektrificatie, waardoor het aandeel elektriciteit in de uiteindelijke energievoorziening tegen 2034 van 23% naar 32% stijgt;
- grotere investeringen in energienetwerken;
- een sterke toename van de energie-efficiëntie en technologische innovatie om de schonetechnologiesector concurrerend te maken;
Om deze doelstellingen te verwezenlijken, schat de Commissie dat de EU tussen 2031 en 2040 jaarlijks € 695 miljard moet vrijmaken voor investeringen in energie.
esgnews


