De kosten voor transport en verwarming zouden aanzienlijk kunnen stijgen, wat tot politieke spanningen in de EU zou leiden.

- Het nieuwe EU-emissiehandelssysteem (ETS2), dat in 2027 van kracht moet worden, introduceert een prijskaartje op de CO2-uitstoot van brandstoffen die worden gebruikt in het wegvervoer, gebouwen en kleine industriële installaties.
- BloombergNEF (BNEF) heeft een rapport opgesteld met een prognose voor de toekomstige prijzen van CO2-emissierechten in het ETS2-systeem. In het basisscenario van BNE zal de gemiddelde prijs van rechten naar verwachting rond de € 100 liggen in 2027 en € 122 in 2030.
- BNEF benadrukt dat ETS2 zonder aanpassingen het risico loopt de publieke steun voor klimaatbeleid te verliezen, ook al vormt het de basis van de decarbonisatiestrategie van de EU.
Er werd aan herinnerd dat het nieuwe EU-emissiehandelssysteem (ETS2), dat naar verwachting in 2027 in werking treedt, een prijs zal invoeren voor CO2-uitstoot van brandstoffen die worden gebruikt in het wegvervoer, gebouwen en kleine industriële installaties – die momenteel niet zijn opgenomen in het EU-ETS van de Europese Unie (of, conventioneel, ETS1). Het doel van ETS2 is om de emissies tegen 2030 met 42% te verminderen ten opzichte van 2005.
ETS2 kan contraproductief zijn- Met de aanstaande lancering van het nieuwe systeem in 2027 maken de EU-lidstaten zich steeds meer zorgen dat te hoge prijzen voor emissierechten een averechts effect kunnen hebben, zo lezen we in het KOBiZE-rapport.
Zoals gezegd zou ETS2, dat tot 2040 een van de pijlers van het Europese klimaatbeleid moet zijn, wel eens een van de duurste regelingen voor burgers kunnen zijn.
Het Centrum meldt dat BloombergNEF (BNEF) in september 2025 een rapport publiceerde met de titel "EU ETS II Pricing Scenarios: Balancing Cuts and Costs", ontwikkeld in samenwerking met de European Climate Foundation en Bloomberg Philanthropies. Het document analyseerde verschillende scenario's met betrekking tot toekomstige prijsontwikkelingen voor emissierechten en stelde aanpassingen voor die het mogelijk zouden maken om reductiedoelstellingen te behalen en tegelijkertijd de sociale bescherming te waarborgen.
- In het BNEF-basisscenario zal de gemiddelde prijs van emissierechten, zonder enige wijzigingen in het systeem, naar verwachting rond de 100 euro in 2027 en 122 euro in 2030 liggen, aldus KOBiZE.
Volgens het rapport zouden zulke hoge prijzen leiden tot een stijging van de brandstofkosten voor transport en verwarming met maar liefst 30%. Hierdoor ontstaat een ernstig risico op energiearmoede en maatschappelijke weerstand tegen het klimaatbeleid.
Verschillende belangrijke factoren zullen de stijging van de CO2-prijzen beïnvloedenBNEF wijst erop dat verschillende belangrijke factoren verantwoordelijk zullen zijn voor de verwachte prijsstijging van ETS2-rechten. Ten eerste is het aanbod van rechten strikt beperkt om ervoor te zorgen dat de emissiereductiedoelstelling van 42% in 2030 wordt gehaald, en het extra frontloadingmechanisme (d.w.z. het verschuiven van een deel van de verkoop van rechten van 2029-2031 naar 2027) zal de beschikbare rechtenvolumes tegen het einde van het huidige decennium verder verminderen.
Ten tweede zal de vraag naar ETS2 (emissieniveaus) hoog blijven, zoals BNEF opmerkt, omdat veel EU-lidstaten moeite hebben met de implementatie van ander klimaatbeleid, zoals normen voor de uitstoot van voertuigen of energienormen voor gebouwen.
Ten derde beperken de hoge kosten van sectorale elektrificatie de bereidheid van consumenten om van technologie te wisselen. Hierdoor wordt het ETS2-systeem in zijn huidige vorm een mechanisme met beperkte flexibiliteit en een hoog risico op aanzienlijke prijsvolatiliteit .
Om deze reden hebben 16 lidstaten van de Europese Unie (waaronder Polen, Duitsland, Tsjechië, Spanje, Nederland, Slowakije en Italië) al medio 2025 een document ondertekend waarin de geloofwaardigheid van het ETS2-emissiehandelssysteem als instrument voor koolstofreductie wordt erkend, maar waarin tegelijkertijd wordt gewaarschuwd voor de negatieve gevolgen ervan voor de kosten van levensonderhoud en sociale ongelijkheid.
EU-lidstaten hebben opgeroepen tot aanpassingen aan de opzet van ETS2 om publieke weerstand tegen klimaatbeleid te voorkomen. Een van de lidstaten die deze weerstand het meest waarschijnlijk ervaart, is Tsjechië. De parlementsverkiezingen in oktober 2025 zijn daar een test geworden voor de publieke opinie over het systeem.
De gulden middenweg tussen emissiereducties en kosten voor huishoudens en de economieIn het BNEF-rapport worden de belangrijkste factoren geïdentificeerd die mogelijk de oorzaak zijn van de prijsstijgingen van ETS2-rechten. Ook worden mogelijke maatregelen voorgesteld om de gevolgen hiervan te beperken. Deze maatregelen zijn opgenomen in de non-papers van 16 EU-lidstaten.
- Het doel is om een compromis te vinden tussen het handhaven van de effectieve reductie-efficiëntie van ETS2 en het beperken van de kosten voor huishoudens en de economie, aldus KOBiZE.
Om de juiste balans te vinden tussen het behalen van een efficiënte emissiereductie en publieke acceptatie, heeft BNEF vier groepen ETS2-modificatiescenario's ontwikkeld:
- het vergroten van het aanbod van emissierechten door de regels voor de exploitatie van de MSR19-reserve aan te passen en het frontloading-schema te wijzigen;
- ‘recycling’ van ETS2-inkomsten in de vorm van subsidies voor elektrificatie en verlagingen van de elektriciteitskosten;
- ondersteuning van ETS2 met andere klimaatbeleidsmaatregelen, waaronder emissienormen en normen voor gebouwefficiëntie;
- een combinatie van alle bovengenoemde acties, die een maximale prijsstabilisatie mogelijk maakt en tegelijkertijd de doelstelling voor emissiereductie handhaaft.
Zoals KOBiZE uitlegt, richt de eerste van de voorgestelde systeemwijzigingen zich op de emissierechtenvoorziening in ETS2. De MSR is bedoeld als systeemstabilisator (buffer) in ETS2: afhankelijk van de omvang van het emissierechtenoverschot (d.w.z. het totale aantal emissierechten in omloop, TNAC), worden emissierechten automatisch van en naar de reserve overgeheveld.
In de huidige vorm van ETS2 zijn deze mechanismen echter niet flexibel en de vervroegde introductie van sommige emissierechten uit 2029-2031 op de markt (frontloading) brengt het risico met zich mee dat er na 2029 een tekort aan emissierechten ontstaat en dat de prijzen sterk schommelen.
Daarom analyseert BNEF verschillende opties voor wijzigingen in deze mechanismen :
- het aantal beschikbare rechten in de MSR te verhogen (boven de norm van 600 miljoen) en de werking van dit mechanisme ook na 2030 te verlengen (zodat deze rechten niet "verlopen");
- het verhogen van de frequentie en de omvang van de vrijgave van emissierechten onder het vasteprijsmechanisme van 45 EUR, waarbij wordt ingegrepen overeenkomstig artikel 30h van de EU-ETS-richtlijn (BNEF behandelt dit als een mechanisme voor kostenbeheersing);
- het vergroten van de reikwijdte van de interventie vanuit de MSR (van de huidige 100 miljoen naar zelfs 160 miljoen als het overschot aan rechten lager is dan 210 miljoen rechten);
- het verlengen van de frontloadingperiode van drie naar vijf of meer jaar (d.w.z. van de jaren in de toekomst waarvoor de toeslagen worden verplaatst naar 2027).
BNEF wijst erop dat door al deze veranderingen gelijktijdig door te voeren, de gemiddelde prijs van emissierechten tussen 2027 en 2030 zou dalen tot € 78, oftewel ongeveer 21% ten opzichte van het basisscenario. Een neveneffect zou echter een vertraging van de emissiereducties in 2030 zijn (ten opzichte van 2005): van de veronderstelde 40% naar 36-38%.
Gevolgen van de voorgestelde wijzigingenAls BNEF elk van deze opties afzonderlijk bekijkt, constateert ze de volgende implicaties.
De eerste van de hierboven genoemde opties (verlenging van de MSR) zal pas vanaf 2033 tot significante veranderingen in de prijzen van emissierechten leiden.
Het verhogen van de frequentie van de uitgifte van emissierechten onder het mechanisme van maximale prijzen kan op zijn beurt leiden tot een eerste verlaging van de verwachte prijzen voor emissierechten (tot 2030, maar daarna zullen ze sterk stijgen), maar dit gaat ten koste van een lagere emissiereductie.
Alleen door de werking en omvang van het maximumprijsmechanisme uit te breiden, kunnen snelle prijsstijgingen na 2030 worden voorkomen. BNEF merkt echter op dat hoe groter de hoeveelheid emissierechten die uit de MSR wordt vrijgegeven, hoe lager het niveau van de bereikte emissiereducties is.
Een langere frontloadingperiode zou de prijs van rechten in de eerste jaren van de werking van het systeem verlagen, maar zou er na 2030 weer toe leiden dat deze prijs stijgt, omdat het tekort aan rechten dan merkbaarder wordt op de markt.
De meest veelbelovende oplossing, vanuit het perspectief van het bereiken van een evenwicht tussen prijs en adequate emissiereducties, zou zijn om de reikwijdte van de interventie via de MSR te vergroten. Deze regeling verschuift flexibel het tijdstip waarop emissierechten worden vrijgegeven, afhankelijk van de hoeveelheid overtollige emissierechten (TNAC). Dit maakt het mogelijk om hoge prijsvolatiliteit te vermijden zonder de reductiedoelstellingen in ETS2 te verzwakken.
Subsidies en 'recycling' van ETS2-inkomstenHet tweede onderdeel van de analyse van BNEF betreft de besteding van veilinginkomsten. Het systeem zal naar verwachting tussen 2027 en 2035 ongeveer € 644 miljard aan inkomsten genereren. Conform de EU-regels zal het volledige bedrag worden toegewezen aan klimaatactie, inclusief de financiering van het Sociaal Klimaatfonds (SFK), dat (volgens schattingen van BNEF) ongeveer 9% van deze middelen zal ontvangen.
BNEF benadrukt echter dat om de kostendruk daadwerkelijk te verminderen, een deel van de inkomsten moet worden toegewezen aan directe subsidies voor de elektrificatie van sectoren, waaronder de aanschaf van elektrische voertuigen, warmtepompen en investeringen in energie-efficiëntie in gebouwen.
Subsidies kunnen zowel de vorm aannemen van subsidies voor investeringskosten (CAPEX) als van operationele kosten (bijvoorbeeld verlaging van belastingen en elektriciteitskosten).
Volgens BNEF zijn elektrificatiesubsidies een belangrijk instrument om de voorkeur van consumenten voor emissiearme oplossingen te versnellen. Ze dragen bij aan lagere prijzen voor CO2- emissierechten onder ETS2 en verzachten de maatschappelijke impact van de energietransitie. Tegelijkertijd ondersteunen ze, vanuit macro-economisch perspectief, de uitbreiding van het aanbod en kostenbesparingen door schaalvoordelen te benutten.
In scenario's waarin 50% van de ETS2-inkomsten wordt gebruikt in de vorm van subsidies, zou de gemiddelde prijs van emissierechten in 2030 kunnen worden verlaagd tot € 86 (tegenover € 99) en in 2030 zelf tot € 105 (tegenover € 122), terwijl het niveau van de emissiereducties gelijk blijft (40% in 2030).
Vroege veilingen in 2026Het voorstel gaat ervan uit dat een deel van de emissierechtenveiling eerder in 2026 plaatsvindt en dat de op deze manier verkregen middelen worden toegewezen aan subsidies ter dekking van de initiële kosten en het elektriciteitsverbruik van elektrische voertuigen en warmtepompen.
Het doel van deze maatregel is om consumenten aan te moedigen om af te stappen van fossiele brandstoffen. Volgens BNEF zal de directe impact op de ETS2-emissies echter gering zijn vanwege de beperkte vraagelasticiteit en de korte tijdshorizon.
Geschat wordt dat het genereren van circa EUR 25 miljard in 2026 de emissies met slechts circa 1 MtCO2 zou verminderen, wat zich zou vertalen in een lichte daling van de prijs van emissierechten in 2027 – met circa EUR 1 ten opzichte van het basisscenario.
Hoewel de milieu-impact op korte termijn mogelijk beperkt is, kunnen eerdere veilingen positieve spillovereffecten hebben. Door marktdeelnemers eerder een prijssignaal te geven, kan de hedging-activiteit toenemen, wat volgens BNEF eerdere emissiereducties zou stimuleren en het risico op prijsstijgingen in de daaropvolgende jaren zou verminderen.
Daarnaast kunnen niet-financiële maatregelen, zoals het vergroten van het bewustzijn van consumenten over de komende kosten van ETS2, een eerdere overgang naar elektrische technologieën ondersteunen en zo de maatschappelijke gevolgen van de overgang vanaf 2027 verzachten.
Overig beleid – emissienormen en doelstellingen voor energie-efficiëntieDe analyse van BNEF benadrukt het belang van aanvullend sectoraal beleid dat ETS2 kan ontlasten van de noodzaak om de volledige reductiedoelstelling te halen.
Het versterken van de CO2-emissienormen voor voertuigen, energienormen voor gebouwen en eisen voor energie-efficiëntie in de industrie zou de vraag naar emissierechten en daarmee de prijzen ervan helpen verlagen . Volgens BNEF zouden andere beleidsmaatregelen kunnen bijdragen aan het realiseren van extra emissiereducties in ETS2.
Met deze optie zou de gemiddelde prijs van emissierechten in 2030 rond de € 86 liggen. De effectiviteit van deze aanpak hangt echter af van de consistente implementatie van de regelgeving op het niveau van de EU-lidstaten.
BNEF waarschuwt dat de versoepeling van de doelstellingen – met name de normen voor voertuigemissies – die in 2024-2025 wordt verwacht, de kans op een dergelijk scenario zou kunnen beperken .
Gecombineerd scenarioDe meest gunstige resultaten worden behaald met een scenario dat elementen van alle eerder beschreven BNEF-aanbevelingen combineert . Volgens het BNEF-model zou een dergelijke combinatie de gemiddelde prijs van emissierechten in 2030 kunnen verlagen tot € 45, wat 55% lager is dan het basisscenario en aanzienlijk lager dan het referentieniveau van de EC, vastgesteld door de maximumprijs onder artikel 30h van de EU ETS-richtlijn (€ 58 na indexering). Belangrijk is dat de emissiereductie, ondanks een dergelijke aanzienlijke prijsdaling, dicht bij de 40% zou blijven ten opzichte van 2005.
In zijn samenvatting benadrukt KOBiZE dat de analyse van BloombergNEF een direct antwoord is op de noodzaak van ETS2-hervorming, waarover binnen de EU-instellingen en de EU-lidstaten breed wordt gediscussieerd.
De gemene deler van deze zorgen is het risico dat het huidige systeemontwerp – met een beperkt aanbod aan emissierechten en hoge kosten voor elektrificatie – kan leiden tot grotere sociale ongelijkheid, meer energiearmoede en spanningen tussen rijkere en armere EU-landen, zo lezen we in het KOBiZE-rapport.
BNEF benadrukt dat ETS2 zonder aanpassingen het risico loopt de publieke steun voor klimaatbeleid te verliezen, ook al vormt het de basis van de decarbonisatiestrategie van de EU.
wnp.pl




