Noordwest-Europa heeft grote doelen voor waterstof

Energiedagboek - Het rapport 'Northwest Europe Hydrogen Monitor 2025', opgesteld door het Internationaal Energieagentschap (IEA) , biedt belangrijke inzichten in de ontwikkeling van de regio naar een waterstofeconomie. De Europese waterstofstrategie benadrukt het potentieel voor hernieuwbare energie in de Noordzee en de voordelen van de aanpassing van bestaande gasinfrastructuur aan waterstof.

INVESTERINGEN ZIJN NOG STEEDS IN EEN VROEGE FASE

Meer dan 90 procent van de geplande emissiearme waterstofprojecten bevindt zich echter nog in de haalbaarheids- of conceptfase.

Het rapport voorspelt dat de geplande emissiearme waterstofproductie tegen 2030 ongeveer 8 miljoen ton per jaar zou kunnen bereiken, waarvan 59 procent afkomstig is van elektrolyse-installaties en 41 procent van fossiele brandstofprojecten met CO2-afvang (CCUS). De totale waterstofvraag in de regio bedraagt momenteel ongeveer 3 miljoen ton per jaar.

Hoge productiekosten, trage vraaggeneratie, complexe logistieke ketens en technologische beperkingen beperken de vooruitgang echter. In 2024 zal de prijs van hernieuwbare waterstof ongeveer 2,5 keer zo hoog zijn als die van waterstof op basis van aardgas zonder CO2-afvang.

ONDERSTEUNINGSMECHANISMEN ZIJN CRUCIAAL…

Ondersteuningsmechanismen zijn daarom cruciaal. Overheidssteunprogramma's zoals de Europese Waterstofbank, het Duitse H2Global-model en het IPCEI-project zijn erop gericht investeringsrisico's te beperken. Ongeveer de helft van de geplande waterstofleidingen in Europa zal worden gerealiseerd door bestaande aardgasleidingen om te bouwen. Slechts 6% van deze leidingen heeft echter de fase van investeringsbeslissing bereikt.

Ook de ondergrondse opslagcapaciteit speelt een belangrijke rol. Er is een opslagcapaciteit voor waterstof van 16 TWh gepland voor 2030, maar tot op heden is slechts 3% hiervan gerealiseerd.