Smeltende gletsjers kunnen frequentere en heftigere vulkaanuitbarstingen veroorzaken

Wetenschappers van de Universiteit van Wisconsin-Madison in de Verenigde Staten (VS) hebben het effect van het terugtrekken van gletsjers op magmatische activiteit onderzocht. Ze deden dit in het kader van een studie naar zes vulkanen in het Andesgebergte, het langste bergketen ter wereld, dat zich uitstrekt langs de westkust van Zuid-Amerika.

Met behulp van argondatering en kristalanalysemethoden ontdekte het team een ​​verband tussen periodes waarin de Patagonische ijskap uitzette en kromp en vulkaanuitbarstingen.

Onderzoekers hebben vastgesteld dat het gewicht en de druk van gletsjers veranderingen in het ondergrondse magma veroorzaken en dat deze veranderingen van invloed zijn op de intensiteit van vulkaanuitbarstingen. Bovendien kunnen smeltende gletsjers ervoor zorgen dat vulkaanuitbarstingen overal ter wereld zowel frequenter als intenser worden.

Uit het onderzoek blijkt ook dat honderden uitgedoofde vulkanen onder dikke ijskappen in Antarctica het risico lopen om weer actief te worden als gevolg van het smelten van de gletsjers door klimaatverandering.

IJSLAGEN VOORKOMEN DE OPSTIJGING VAN MAGMA EN GAS

De hoofdauteur van het onderzoek, Pablo Moreno-Yaeger van de Universiteit van Wisconsin-Madison, zei dat dikke lagen ijs op het oppervlak de druk op vulkanen vergroten, waardoor magma niet kan opstijgen en gassen niet kunnen vrijkomen.

"Maar omdat de gletsjers smelten door klimaatverandering, zien we deze vulkanen vaker en heftiger uitbarsten", aldus Moreno-Yaeger.

De bevindingen van het onderzoek werden gepresenteerd op de Goldschmidt-conferentie in Praag, de hoofdstad van Tsjechië.