Van milieuvereenvoudiging naar duurzaamheidsregressie. Door Luis Jiménez Herrero (ASYPS)

Luis M. Jiménez Herrero is voorzitter van de Association for Sustainability and Progress of Societies (ASYPS), ere-professor aan de UCM en voormalig directeur van het Sustainability Observatory in Spanje (OSE).
De EU heeft zojuist de Anti -Greenwashing -richtlijn ingetrokken. Deze actie komt bovenop een reeks zorgwekkende wetgevingsbesluiten die, onder druk van conservatieve politieke krachten, hebben geleid tot de drang naar "vereenvoudiging" van milieuregelgeving, waardoor het risico op deregulering of zelfs een terugdraaiing van duurzaamheidstransities toeneemt.
In het afgelopen decennium, toen de economie zich herstelde van de Grote Recessie, boekten de EU vooruitgang op het gebied van milieubeleid en transformatieve strategieën, met inbegrip van de Klimaatagenda van Parijs (2015), de Agenda 2030 met de SDG's (2015), en met name de belangrijke strategische impuls die eind 2019 werd gegeven aan de Europese Green Deal. Deze ging in op een grotere klimaat- en milieuambitie, met een focus op de transitie naar 2030 en een visie voor 2050 die streefde naar een structurele transformatie van productiesystemen volgens de logica van duurzaamheid en stevig ondersteund door een nieuwe, regeneratieve, circulaire economie die de planeet meer teruggeeft dan ze ervan ontneemt, in overeenstemming met het Achtste Milieuactieprogramma (EVP). Bovendien zette de EU zich in om wereldleider te worden op het gebied van klimaat, biodiversiteit en circulariteit, en een rechtvaardige ecologische transitie te bevorderen.
De wereldwijde gezondheidscrisis als gevolg van de pandemie, de oorlog in Oekraïne, verstoringen in de wereldwijde toeleveringsketens, onrust op de internationale markten en de energie- en strategische grondstoffencrisis hebben echter geleid tot toenemende onzekerheid, een verslechtering van de wereldwijde economische concurrentie en nieuwe geopolitieke spanningen, verergerd door de nieuwe oorlog in het Midden-Oosten. Bovendien hebben de extra impact van de Trump-regering, zowel als gevolg van de economische instabiliteit als gevolg van de handelsoorlog, samen met de verstoring van de wereldorde en het multilaterale systeem, als door dereguleringsinitiatieven op milieugebied, de Europese strategie beïnvloed, die nu meer bereid is om de interne markt te versterken en de verwarrende situatie van de internationale concurrentie aan te pakken.
Strategische verschuiving in de nieuwe Europese CommissieDeze hele reeks geopolitieke, economische en sociale factoren heeft de strategische prioriteiten van de EU aangepast aan de benaderingen van de nieuwe Commissie aan het begin van de huidige Europese zittingsperiode, die in juni 2024 van start ging. Eerdere rapporten, zoals die van Enrico Letta (over de toekomst van de interne markt, "veel meer dan een markt") en Mario Draghi ("de toekomst van het Europese concurrentievermogen"), vormden de basisreferenties voor de nieuwe verschuiving binnen de EU. Geconfronteerd met de sterke wereldwijde concurrentie om grondstoffen en het reële risico van de-industrialisatie, is de EU voornemens een strategie voor een schone industrie ( Net Zero Industry Act) te ontwikkelen om het concurrentievermogen te beschermen en te versterken via het initiatief dat bekendstaat als het Competitiveness Compass, dat duidelijk aansluit bij het concept van Strategische Autonomie, waar de Critical Raw Materials Act een essentiële rol speelt. Dit Clean Industrial Pact beoogt de groene groei in Europa te stimuleren door 100 miljard euro aan investeringen te ondersteunen, naast andere fiscale prikkels en steun. Het uitgangspunt is het versterken en harmoniseren van de Europese interne markt als strategische basis voor de stabiliteit en sociaaleconomische veerkracht van de op één na grootste economie ter wereld (18% van de wereldeconomie, met een BBP van € 18 biljoen), die dertig staten met 450 miljoen consumenten en 26 miljoen bedrijven verenigt.
Met de publicatie van een nieuwe strategie voor de interne markt in mei 2025, die moet leiden tot een diepere harmonisatie in de hele Europese Unie, ligt de nadruk op het bieden van eenvoud, flexibiliteit en veerkracht om het concurrentievermogen te herstellen, strategische soevereiniteit, veiligheid en een schone transitie te garanderen. De Commissie heeft een reeks obstakels voor de interne markt geïdentificeerd, bekend als de "terrible ten", die zij wil wegnemen om de EU-regels, die nu als buitensporig complex worden beschouwd, te versoepelen. Het bevorderen van vereenvoudiging, het verminderen van bureaucratie en het stroomlijnen van het vergunningsproces zijn in lijn met de Verklaring van Boedapest (8 november 2024), waarin werd opgeroepen tot "het lanceren van een vereenvoudigingsrevolutie".
In deze lijn wordt een "omnibusbenadering" gehanteerd om de regelgeving te verminderen, hoewel deze wordt gepresenteerd als een loutere vereenvoudiging van de regelgeving, met name wat betreft milieunormen en duurzaamheidsafspraken. Er wordt echter betoogd dat de groene agenda nog steeds wordt behandeld, vanuit de veronderstelling dat het industriebeleid beter moet worden afgestemd op de Europese milieu- en strategische doelstellingen. Zo worden maatregelen genomen die de milieueisen verminderen, of worden regelgevingen uitgesteld, of worden de rapportage- en verantwoordingsplichten voor economische actoren op het gebied van duurzaamheid verlaagd. Tot nu toe zijn deze eisen echter geleidelijk toegenomen, gezien de onstuitbare achteruitgang van het milieu en de frequente niet-naleving of gebrekkige handhaving van milieuwetgeving, wat enorme ecologische en sociaaleconomische kosten met zich meebrengt.
Specifieke milieu-tegenslagenEr zijn overtuigende aanwijzingen dat milieubeleid wordt vertraagd of verzwakt, wat resulteert in een groter risico op afwijking van strategische paden die worden geleid door de logica van duurzaamheid, die al decennialang volledig in de EU zijn verankerd. Een illustratief voorbeeld: de Europese Unie heeft onlangs de richtlijn inzake "misleidende milieuclaims" ingetrokken, die bedoeld was om greenwashing te bestrijden en het commerciële gebruik van groene labels zonder wetenschappelijke basis of onafhankelijke verificatie te reguleren. In dit geval is het initiatief, in plaats van de beoogde transparantie en het consumentenvertrouwen in duurzame producten te versterken, afgezwakt, zogenaamd om de regeldruk voor bedrijven te verminderen.
Dit is wederom een voorbeeld van het regressieve proces van Europese milieuregelgeving. Opvallende voorbeelden hiervan zijn de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) (verminderde eisen, waardoor de drempel voor getroffen bedrijven werd verhoogd naar 1.000 werknemers en een omzet van € 50 miljoen); de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) (beperkte due diligence tot directe leveranciers en verminderde eisen voor naleving van mensenrechten en milieu in hun waardeketens); de EU Green Taxonomy (vereenvoudigde Do No Significant Harm -criteria voor duurzame financiering); het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) (vrijstelling voor bijna 90% van de importeurs); de Nature Restoration Act (met "noodremclausules" die kunnen worden geactiveerd in geval van voedselveiligheid); en de Deforestation Directive (EUDR) (vrijstellingen voor landen met een "nulrisico"). Ook een reeks landbouwregelgeving en ecologische doelstellingen (GLB en GLMC) wordt versoepeld (milieuvoorwaarden worden versoepeld en wettelijke eisen voor fytosanitaire producten en pesticiden worden verlaagd). Ook op het gebied van transport worden de emissie-eisen voor transport verlaagd (normen voor auto's en vrachtwagens worden uitgesteld en zelfs het verbod op verbrandingsmotoren wordt uitgesteld tot 2035). Bovendien wordt de klimaatagenda beïnvloed, doordat de aankoop van compensaties buiten de EU tot 3% mogelijk wordt, evenals het gebruik van "hoogwaardige internationale koolstofkredieten" (hoewel de doelstelling om in 2040 een emissiereductie van 90% te behalen, intact blijft).
Dit alles vormt een aanzienlijk obstakel voor duurzame transities, vanwege de verzwakking van ecologische beschermingskaders en de nieuwe barrières die onhoudbare, inefficiënte en onrechtvaardige productie- en consumptiepatronen in de weg staan. Zo worden belemmerende maatregelen gepromoot ten gunste van het marktsysteem, economische belangen en de lobby's van productieve sectoren (industrie en landbouw), die worden beschermd door conservatieve en populistische politieke standpunten die sceptisch zijn of, in het meest extreme geval, klimaat- en milieuagenda's ontkennen.
Structurele risico's en wetenschappelijke gegevensWanneer het eufemistische "vereenvoudigingsdiscours" wordt uitgebuit voor persoonlijk gewin, is dat niet alleen politiek riskant, maar ook in tegenspraak met de situatie die weerspiegeld wordt in wetenschappelijke informatie en indicatoren voor milieu- en duurzaamheidsprestaties. Gezien de steeds complexere situatie, die wordt beïnvloed door meerdere, met elkaar verweven crises, moeten we nu meer dan ooit krachtiger beleid eisen om de opwarming van de aarde, de aantasting van ecosystemen, vervuiling en het verspillende lineaire model dat leidt tot overmatig grondstoffenverbruik en afvalproductie, aan te pakken.
Het onderzoek en de gegevens spreken voor zich. Het jaar 2024 was het warmste ooit gemeten, met voor het eerst een stijging van 1,5 °C ten opzichte van het pre-industriële niveau, aldus de Copernicus Climate Change Service. De wereldwijde vraagzijde-broeikasgasemissies (broeikasgasvoetafdruk) zijn sinds 2000 met 33% toegenomen (OESO, 2025). Van de meer dan 100 miljard ton materialen die in de wereldeconomie worden gebruikt (goed voor meer dan 50% van de klimaatimpact en meer dan 90% van het biodiversiteitsverlies), wordt slechts 6,9% teruggewonnen en hergebruikt (Circle Economy, 2025). Het algehele tempo is onvoldoende om de doelstellingen van Agenda 2030 tegen 2030 te behalen: 16% van de doelstellingen ligt op schema en 84% vertoont onvoldoende vooruitgang of tegenslagen (SDSN, 2025). In het geval van de EU weerspiegelt de huidige status van de Green Deal dat van de 154 doelstellingen er slechts 32 in overeenstemming zijn, terwijl 64 versnelling behoeven om de geplande planning te halen (JRC, 2025). Volgens het EEA suggereren de vooruitzichten voor 2030 in de EU dat het huidige tempo van vooruitgang onvoldoende zal zijn om de milieu-, klimaat- en energiedoelstellingen voor 2030 en 2050 te halen (EEA, 2025). Ook duurzaamheidsrapporten op Europees niveau benadrukken de zwakke punten van de milieudoelstellingen en de vooruitzichten op niet-naleving tegen 2030 (Eurostat, 2025).
De verschuiving in de Europese beleidsrichting naar vereenvoudiging van de regelgeving leidt tot een milieuachterstand die de geloofwaardigheid van de Europese instellingen op het gebied van duurzaamheid ondermijnt. Onderliggend aan de door voorzitter Von der Leyen geuite stelling dat "we flexibel en pragmatisch moeten zijn", bestaat het risico dat het leiderschap van de EU op sociaal en milieugebied in gevaar komt. Het gaat niet alleen om de technische inhoud van bepaalde regelgeving, die als buitensporig complex kan worden beschouwd, maar ook om de vraag of vereenvoudiging van de regelgeving leidt tot deregulering en strategische beleidswijzigingen, en zelfs tot een terugval van het Europese bestuursmodel zelf, om de volledig omarmde hoofddoelstelling van "goed leven binnen veilige planetaire grenzen" (Achtste Milieuactieprogramma) te bereiken.
Voor een transformatief en ambitieus bestuurZoals we op deze pagina's hebben aangegeven, vereist deze grote doelstelling van de 21e eeuw het levensvatbaar maken van het bestuur van een 'familie' van onderling verbonden duurzaamheidstransities (groen-blauwe, circulaire, koolstofarme economie) ( bron 1 ) om een grote sociaal-ecologische transformatie het hoofd te kunnen bieden in een context van planetaire noodsituatie die voortvloeit uit de wereldwijde verandering in het zogenaamde Antropoceen-tijdperk, hoewel dit 'het echte tijdperk' is van het Kapitaloceen ( bron 2 ).
De EU riskeert haar fundamentele waarden in twijfel te trekken en haar institutionele coherentie, gebaseerd op beginselen van intergenerationele rechtvaardigheid, ecologische integriteit, sociale cohesie en duurzaamheid, grotendeels beschermd door rechtszekerheid, te verwateren. Een strategische verschuiving naar lagere normen zou de geloofwaardigheid van de groene markt en de circulariteitsdoelstelling om "duurzame producten de norm" in de EU te maken, kunnen ondermijnen, evenals de aanpak van absolute ontkoppeling van economische groei en de milieueffecten van grondstoffengebruik en afval. Naast het in gevaar brengen van de levenskwaliteit van Europeanen, straft het bedrijven die al aanzienlijk hebben geïnvesteerd in het voldoen aan milieu- en duurzaamheidseisen, waardoor verdere investeringen in innovatie op het gebied van schone technologie en de ontwikkeling van circulaire en duurzame bedrijfsmodellen worden ontmoedigd.
We mogen niet afglijden naar een gevaarlijke ideologische regressie. Het nieuwe verhaal van vereenvoudiging van regelgeving ten gunste van concurrentievermogen mag geen excuus worden om de ingeslagen weg terug te volgen om de ecologische en sociale dimensies van duurzaamheid te consolideren en ondergeschikt te maken aan de logica van de concurrerende markt. De verschuiving van een politieke oriëntatie die gericht is op "duurzaamheid en transformatieve veerkracht", zoals voorzien in de Europese Green Deal, naar een "duurzaamheid die ondergeschikt is" aan de noodzaak van concurrentievermogen, veiligheid en economische belangen, zou de verwezenlijking van de belangrijkste milieudoelstellingen van klimaatneutraliteit en ecologisch herstel tegen 2050 ernstig in gevaar kunnen brengen. De uitdaging is groot, maar er zijn nog steeds mogelijkheden om de regressietrend, gesteund door conservatieve krachten, te stoppen. Een vastberaden, progressieve mobilisatie is nu nodig om deze trend, die ecologische betrokkenheid ondergeschikt maakt aan de concurrerende economie, te keren. Het is dringend noodzakelijk om een tegenwicht te bieden aan beleid dat "collectieve milieugoederen" verdedigt, tegenover het behoud van natuurlijk kapitaal als basis van het economische systeem zelf en van het wereldwijde welzijn, dat samenlevingen naar duurzame, co-evolutionaire vooruitgang zal leiden.
Hiervoor is een grotere politieke ambitie nodig, met gedurfde, inspirerende en toegewijde leiders die, gesteund door wetenschappelijke gegevens en verantwoordelijk burgerschap, effectieve controles op de marktmachten kunnen inbouwen. Zo kan de economie efficiënt functioneren in een veilige en eerlijke ruimte binnen de grenzen van de planeet.

1.- VIII Milieuactieprogramma, PB L 114 van 12.4.2022, blz. 22 .
2.- OESO (2025), Environment at a Glance Indicators, OECD Publishing, Parijs, https://doi.org/10.1787/ac4b8b89-en . https://www.oecd.org/en/publications/environment-at-a-glance-indicators_ac4b8b89-en.html
3.- Circle Economy (2025), Circularity Gap Report 2025: Een wereldwijde oproep tot actie. https://www.circularity-gap.world/2025
4.- SDSN (2025), Sustainable Development Solutions Network, Sustainable Development Report 2025, reds-sdsn.es/informe-de-desarrollo-sostenible-2025-el-compromiso-mundial-con-los-ods-se-mantiene-fuerte/
5.- JRC (2025), De Europese Green Deal uitvoeren: JRC-studie vindt tot nu toe gemengde vooruitgang, https://joint-research-centre.ec.europa.eu/jrc-news-and-updates/delivering-european-green-deal-jrc-study-finds-mixed-progress-so-far-2025-02-05_en?prefLang=es
6.- EER, Staat van het milieu in Europa, 23 april 2025 https://www.eea.europa.eu/en/topics/at-a-glance/state-of-europes-environment
7.- EUROSTAT (2025). Duurzame ontwikkeling in de Europese Unie Monitoringrapport over de voortgang richting de SDG's in een EU-context, editie 2025. https://ec.europa.eu/eurostat/web/products-flagship-publications/w/ks-01-24-018
8.- Voor een meer gedetailleerde analyse, zie Jiménez Herrero, L. M. (2023), Planetary Emergency and Socioecological Transition. Governing a Sustainable and Resilient Future in Alliance with Nature, Editorial Ecobook, Madrid, 2023. Governance als leidraad voor politieke actie en besluitvorming, met een focus op duurzaamheid, veerkracht en natuurlijk kapitaal.
Green Opinion Makers #CDO is een collectieve blog gecoördineerd door Arturo Larena , directeur van EFEverde
Deze column mag vrijelijk worden gereproduceerd, mits de auteurs en EFEverde worden vermeld.
Andere forums van Green Opinion Makers (#CDO)
Deze blog van een 'groene influencer' was finalist bij de Orange Journalism and Sustainability Awards van 2023 in de categorie 'nieuwe formaten'.
efeverde