De populatie wilde tijgers groeit met 74%, maar de soort wordt nog steeds bedreigd door stroperij en illegale handel.

Environment and Science Editorial (EFEverde). – Er leven momenteel 5574 wilde tijgers in de wereld, een toename van 74% ten opzichte van 2010, dankzij beschermingsinspanningen in landen als Bhutan, China, India, Nepal, Thailand, Kazachstan en Rusland. De soort wordt echter nog steeds met uitsterven bedreigd, waarschuwt het Wereld Natuur Fonds ter gelegenheid van de Internationale Tijgerdag.
De Panthera Tigris is een "majestueus dier", aldus de milieu-ngo, en wordt bedreigd door onder meer habitatverlies, stroperij en is een van de grootste slachtoffers van illegale handel in wilde dieren. In de afgelopen eeuw is 97% van de wilde tijgers verloren gegaan en menselijk handelen heeft geleid tot het uitsterven van drie van de negen ondersoorten: de Balinese, Javaanse en Kaspische tijger.
Ondanks de vooruitgang verdwijnen er ieder jaar minstens 100 exemplaren door stropers, waardoor het herstel van deze emblematische soort van Aziatische ecosystemen in gevaar komt.
Meer tijgers in gevangenschap dan in het wildTijgers kunnen tussen de 100 en 300 kilo wegen en tussen de één en drie meter lang worden. Hun levensverwachting is ongeveer 15 jaar. Volgens het WWF leven er echter meer tijgers in gevangenschap dan in het wild: zo'n 14.000 exemplaren overleven opgesloten in kuilen, op boerderijen of in dierentuinen.
Hiervan bevinden zich er meer dan 5.000 in de Verenigde Staten, ongeveer 8.000 in Azië en meer dan 900 in Europa, waar ze worden gefokt voor de handel in botten en huiden. Intussen hebben natuurbeschermingsinspanningen geleid tot een toename van het aantal wilde tijgers van 3.200 in 2010 tot 5.574 in 2024.
Nepal is erin geslaagd zijn bevolking te verdubbelen en ook in landen als India, China, Bhutan, Rusland, Kazachstan en Thailand is het herstel gaande. In Bhutan bijvoorbeeld leven er nu 131 tijgers, een toename van 27% ten opzichte van 2015.
Succesvolle herintroducties en belangrijke reservatenWWF belicht succesverhalen in het Rajaji-reservaat (India), het Mae Ping-Om Koi-bos (Thailand) en het Ile-Balkhash-natuurreservaat (Kazachstan), waar drie tijgers zijn heringevoerd nadat ze daar 70 jaar waren uitgestorven.
Ondanks de wettelijke bescherming werden er tussen 2000 en 2018 in Zuidoost-Azië meer dan 1000 tijgers afgeslacht, volgens gegevens van het Wereld Natuur Fonds. Jagers zetten miljoenen strikken in beschermde gebieden, wat leidde tot de pijnlijke en langzame dood van veel dieren.
Handelaren zijn op zoek naar hun botten, klauwen, huid en hoektanden om te verkopen als afrodisiaca, amuletten of in traditionele medicijnen. Hun huiden worden ook gebruikt in tapijten en luxeartikelen.
Herstel van habitats en bestrijding van mensenhandelHabitatverlies is een andere belangrijke bedreiging. WWF zet zich al 60 jaar in voor het herstel van ecosystemen, zoals de bossen in het noordoosten van China, waar de Amoertijger leeft. Daar zijn al meer dan 50.000 bomen geplant.
Er zijn ook reservaten en ecologische corridors gecreëerd in de 13 landen waar deze soort nog steeds voorkomt, met meer dan 100 actieve beschermde gebieden. Verantwoord ecotoerisme en samenwerking met lokale gemeenschappen worden eveneens aangemoedigd om de co-existentie met de tijger te waarborgen.
WWF steunt ook parkwachters die stropers bestrijden en werkt samen met overheden om de straffen voor illegale handel in wilde dieren te verscherpen en markten te monitoren waar nog steeds tijgerdelen worden verhandeld.
Foto: EFE/EPA/DANIEL POCKETT Archief
efeverde