Het laboratorium van de toekomst van koffie

Koffie is een van de meest geconsumeerde dranken ter wereld, maar de teelt ervan vormt een steeds grotere wetenschappelijke uitdaging. De gevolgen van klimaatverandering – extreme temperaturen, droogte, plagen en ziekten – dreigen de productie ervan in veel regio's onrendabel te maken. Om deze situatie het hoofd te bieden, heeft Nestlé zijn onderzoekscentrum in Tours, Frankrijk, in de voorhoede geplaatst van een wetenschappelijke strategie die genetica, duurzaamheid en toewijding aan koffietelers combineert om een leefbare en milieuvriendelijke toekomst te garanderen.
Er worden dagelijks meer dan 3 miljard kopjes koffie gedronken. Als deze trend zich voortzet, zou de vraag tegen 2050 kunnen verdubbelen. Deskundigen waarschuwen echter dat tegen die tijd tot 50% van het land dat momenteel geschikt is voor koffieteelt, onproductief zou kunnen worden als gevolg van klimaatverandering. De koffieplant is kwetsbaar en bijzonder gevoelig voor veranderingen in het milieu. Het behoud van de winstgevendheid en kwaliteit ervan is een wereldwijde uitdaging. Deze factoren worden verergerd door structurele problemen: vergrijzing van de producenten, lage winstgevendheid, plattelandsmigratie en de beperkte adoptie van technologie. In veel landen zien jongeren koffie niet langer als een kans voor de toekomst, wat de generatievernieuwing in gevaar brengt.
Om deze situatie te keren, heeft Nestlé haar inzet voor landbouwinnovatie versterkt via het Nestlé Institute of Agricultural Sciences, dat veertig jaar geleden werd opgericht en zich de afgelopen twintig jaar uitsluitend op koffie en cacao heeft toegelegd. Daar ontwikkelen meer dan veertig wetenschappers veerkrachtigere, efficiëntere en duurzamere plantenrassen.
Het Tours Center, geïntegreerd in Nestlé's wereldwijde innovatie-ecosysteem, is gespecialiseerd in plantwetenschappen toegepast op koffie en cacao. "Ons werk begint bij de plant", legt Damien Drouet, hoofd van de afdeling Plantwetenschappen, uit: "We selecteren en kruisen genetisch variëteiten om hun productiviteit, veerkracht en klimaatadaptatie te verbeteren."
Het centrum is verre van een traditioneel laboratorium: het beschikt over kassen, genetische laboratoria en proefvelden waar nieuwe variëteiten jarenlang worden geëvalueerd voordat ze als zaden over de hele wereld worden verspreid. "Het creëren van een nieuwe koffievariëteit is niet alleen wetenschap; het is bijna een biologisch ambacht", vat Drouet samen.
Opvallende prestaties zijn onder meer de Robusta-variëteiten "Roubi 1" en "Roubi 2", die tot 50% hogere opbrengsten en een 30% lagere CO2-uitstoot bieden. Ook opvallend is "Star 4", een Arabica-ras met grotere bonen en resistentie tegen bladroest, dat momenteel in Brazilië wordt getest.
Maar het werk van het instituut beperkt zich niet tot genetica. Het doet ook onderzoek naar regeneratieve landbouwpraktijken zoals mulchen, waterefficiëntie, gemengde teelt en agroforestry. Het doel is om veerkrachtige landbouwsystemen te ontwikkelen die zowel de ecologische duurzaamheid als het welzijn van koffieboeren verbeteren.

Yana Mikhailova, directeur van de Europese koffiedivisie van Nescafé, presenteerde de duurzaamheidsplannen van het merk, die gericht zijn op regeneratieve landbouw en traceerbaarheid van de toeleveringsketen. Een van de grootste uitdagingen is het verminderen van het gebruik van kunstmest, een van de grootste CO2-uitstoters in de koffieteelt.
Nescafé heeft duidelijke doelen gesteld: tegen 2030 moet de helft van de productie afkomstig zijn van koffieboeren die regeneratieve methoden toepassen, zoals bodembedekking en het gebruik van resistente rassen. Het bedrijf streeft er ook naar de uitstoot van broeikasgassen te halveren.
Momenteel voldoet 93% van de koffie van Nescafé al aan de normen voor verantwoorde inkoop. Landen zoals Vietnam hebben deze transformaties succesvol doorgevoerd: gerenoveerde koffieplantages, jonge bomen en handmatige vermeerderingssystemen zorgen voor een duurzamere en winstgevendere productie, vooral voor kleine producenten.
De directeur van het instituut, Jeroen Dijkman, benadrukt dat dit centrum de meest veelbelovende oplossingen identificeert om de beste planten te verkrijgen en hun impact op het milieu te minimaliseren. "We analyseren alles, van de impact op de opbrengst, de CO2-voetafdruk, de voedselveiligheid tot de haalbaarheid van het opschalen van ons werk naar verschillende productieregio's." Naast de cijfers was zijn boodschap direct: "Koffie heeft erkenning, investeringen en respect nodig. Veel van het werk achter een kopje koffie is onzichtbaar, maar het is echt." Zijn getuigenis humaniseert de productie en herinnert ons eraan dat er zonder boeren geen koffie is. En zonder steun zullen er geen boeren zijn.
"Het genetisch verbeteren van koffie draait om het anticiperen op het klimaat van de toekomst", zegt Stefan Canz, wereldwijd directeur van Nestlé's Farmer Connect-programma, dat samenwerkt met meer dan 200.000 kleinschalige boeren in 16 landen. Het doel is duidelijk: boeren in staat stellen meer te produceren met minder input, hun winstmarges te vergroten en hun impact op het milieu te verminderen. Het centrum in Tours werkt nauw samen met universiteiten, onderzoekscentra en plattelandsgemeenschappen. Volgens Canz "verandert onderzoek alleen niets. Wat wél verandert, is de wetenschap in handen leggen van degenen die het land bewerken."
Rassenverbetering omvat ook een sensorische component. Elke nieuwe soort moet de smaak en het aroma van de boon behouden of verbeteren en wordt getest in een laboratorium met deskundige proevers voordat deze wordt goedgekeurd.
Anna Sara, specialist in plantenbioinformatica, legt in een van de kwekerijen uit dat het programma werkt met twee belangrijke koffiesoorten die door klimaatverandering zijn getroffen. Het behoud en de studie van genetische diversiteit is essentieel om de gewenste eigenschappen te vinden. Het lab beschikt ook over een collectie Afrikaanse variëteiten die dienen als basis voor genetische verbetering.
Volgens Damien Drouet verloopt het proces volgens traditionele methoden: rassen met complementaire eigenschappen worden handmatig gekruist, waarna de bessen worden verkregen en naar onderzoeksstations in Ivoorkust, Ecuador en Thailand worden gestuurd voor evaluatie. Daar worden hun opbrengst, resistentie en acceptatie door de producent geanalyseerd in verschillende klimaten, bodems en landbouwsystemen. Genomica is cruciaal: het maakt de identificatie mogelijk van DNA-regio's die verband houden met kenmerken zoals ziekteresistentie of klimaatadaptatie. In 2024 publiceerde dit team van wetenschappers uit Tours een artikel in Nature Genetics waarin het meest complete genoom van twee belangrijke koffiesoorten werd beschreven. Het identificeerde regio's die verband houden met roestresistentie en die nu in andere rassen worden gereproduceerd.

Al deze inspanningen zijn afgestemd op het Nescafé Plan 2030, het wereldwijde stappenplan dat in 2022 werd gelanceerd om de koffiesector te transformeren. De doelen zijn onder meer het behalen van 50% van de koffie uit hernieuwbare bronnen, het halveren van de uitstoot en het garanderen van 100% verantwoorde inkoop.
De vooruitgang is tastbaar: in 2024 voldeed 32% van de koffie al aan de regeneratieve methoden, waarmee de tussentijdse doelstelling van 20% voor 2025 werd overtroffen. Datzelfde jaar werden 21 miljoen verbeterde zaailingen gedistribueerd in Vietnam, Honduras en Ivoorkust.
Het programma omvat ook financiële prikkels. In landen als Mexico, Vietnam en Indonesië krijgen producenten financiële steun om nieuwe praktijken te implementeren. "Als de boer niet meer verdient, is de verandering niet duurzaam. Duurzaamheid moet winstgevend zijn", benadrukt Canz.
Gabriela Gómez, een medewerker van het Instituut, deelde een persoonlijke reflectie tijdens deze technische workshop met de internationale pers. Haar familie blijft koffie verbouwen en heeft de gevolgen van klimaatverandering aan den lijve ondervonden. "2023 was een slecht jaar. 2024 was nog erger. Hoewel de prijzen stegen, was er niet genoeg productie om de kosten te dekken. En toen de orkanen toesloegen, werden de wegen verwoest. De koffie viel niet van de boom, maar ging wel verloren omdat we hem niet konden distribueren."
Het werk van het Tours Institute is een dubbele toewijding: aan baanbrekende wetenschap en aan ethiek in tijden van crisis. Tegenover een uitgeput landbouwmodel biedt het een uitweg. "Vroeger was koffie een avontuur. Het beklom de Mount Everest en bereikte de maan. Vandaag de dag is het een urgente kwestie. Maar het kan ook een symbool zijn van aanpassing en hoop", besluit Gómez. Met meer dan 90 jaar geschiedenis wil Nescafé aantonen dat traditie en innovatie niet alleen naast elkaar kunnen bestaan, maar ook een manier van leven kunnen beschermen.
ABC.es